zaterdag 28 maart 2009

Alphaweekend (deel 2)

5.30 uur…. Ik hoor een haan kraaien, echter het beestje blijft maar doorgaan…… het blijkt het geluid te zijn van de wekker van cursist E. Samen met R. staan ze op en vertrekken de bossen in. Ik besluit me om te draaien, maar ik val niet meer in slaap. Ik besluit om mijn bed uit te gaan, mijn mp3-tje mee te nemen naar de grote zaal, daar op de bank te ploffen en te beginnen aan het verslag wat je net hierboven hebt kunnen lezen…. Terwijl ik een uurtje verder ben hoor ik de eertse geluiden op de gang van mensen die zich gaan douchen. Niet veel later komen ook R. en E. weer terug…ze hebben geen herten kunnen ontdekken helaas, maar wel een lekkere ochtendwandeling gehad. We gaan de tafel dekken voor het ontbijt (geen ontbijt op bed dus) en J. gaat aan de slag om eitjes te koken. Langzaam komt er weer leven in de brouwerij, langzaam druppelen de mensen weer de grote zaal in en is het wachten op de pasgeworden papa J. die verantwoordelijk is voor het brood. Terwijl C. nog aan mij verteld dat de mannen vannacht bijna muzikaal aan het snurken waren, blijft J. wel erg lang weg en net op het moment dat we willen gaan bellen (omdat onze buikjes beginnen te rammelen en we uit nood al een plakje ontbijtkoek hebben genomen), komt hij daar aan met heerlijke broodjes. J. gaat ons voor in gebed en we gaan ontbijten met heerlijk vers gebakken broodjes, gekookte eitjes, kaas, ham, jam en pasta. Cursiste M. is er ook weer bij, nadat ze de vorige avond naar huis is gebracht , omdat ze erg veel last had van haar reumatische aandoening. Erg leuk en fijn dat ze er weer is, en we helpen haar allemaal een beetje. Het is deze zelfde M. die mij als blogverslaggever er op attendeert dat cursist E. (wellicht uit frustratie van het feit dat hij voor dag en dauw is opgestaan voor welgeteld 1 hertenspoor) al het beleg aan het verzamelen is op hun tafel. Natuurlijk kent jullie verslaggever het principe van wederhoor en vraagt E. om opheldering….zijn commentaar: “ ik werd opgestoken door de rest om mij heen”.
Na het afruimen en afwassen gaan we weer samen in de gezamenlijke ruimte zitten en zingen weer wat liedjes om vervolgens bakker J. aan het woord te laten over het thema “ Hoe zit het nu met de kerk?”.

"Hoe zit het met de kerk?"

Als we het woord kerk laten vallen tegenwoordig, dan roept het de volgende gedachten op : “harde banken, saai, verveling, verplicht uitzitten, zware liederen en na afloop opluchting dat het voorbij is. Anderen vinden dat de kerk iets geestelijks is, een bepaalde stroming vertegenwoordigd, een gebouw of gewoon een “jaarlijkse” verplichting (denk bijvoorbeeld aan de mis op kerstavond).
Deze beelden zijn een verkeerde voorstelling van het gemeenteleven volgens het Nieuwe Testament. Vele kerkelijke gemeenten scheppen een sfeer van warmte en betrokkenheid afgestemd op de maatschappij
“Het volk van God”
De gemeente van Jezus Christus bestaat uit mensen; alle gelovigen over de hele wereld die de naam van Jezus Christus belijden. De doop is vaak een zichtbare markering van onze toetreding tot de gemeente. Het symboliseert de reiniging van de zonden, het sterven en opstaan met Christus tot een nieuw leven en het levende water van de Heilige Geest die in ons leven is gekomen.
Binnen het zijn van kerkelijke gemeente kun je drie niveaus onderscheiden:
1. De grootschalige viering: te denken valt aan inspirerende massabijeenkomsten voor christenen (v.b. EO-jongerendag) die ons een vernieuwd inzicht op de grootheid van God geven en ons naar een dieper niveau van aanbidding helpen. Een beperking die het kent is dat er hierbij geen ruimte is voor ontwikkeling van langdurige en diepgaande relaties met medegelovigen.

2. Middelgrote samenkomst: kenmerkend is dat deze wat kleiner is van omvang en opzet en dat daardoor het beter mogelijk is om andere christenen te leren kennen, maar ook om jezelf te laten kennen (v.d. de dienst op zondag).

3. Huiskring: een klein groepje mensen dat bijeenkomt voor o.a. Bijbelstudie en gezamenlijk gebed. Kenmerkend is hierbij de intimiteit, vertrouwelijkheid en verantwoording met elkaar als voorbeeld kun je deze alphacursus zien).

“Het huisgezin van God”

Zoals Johannes 1:12 zegt, worden we kinderen van God als we Jezus Christus toelaten in ons leven. Daarmee behoren we tot één gezin en ondanks dat er soms verdeeldheid is, moeten we streven naar verzoening, want we zijn één. Op alle niveaus moeten we streven naar eenheid en daarom is het ook goed dat theologen en kerkleiders samenkomen om theologische verschillen te bespreken en tot helderheid te komen. We hebben allemaal dezelfde hemelse Vader, wij zijn elkaars broers en zussen en we zijn allen geroepen om elkaar lief te hebben. De christelijke gemeenschap doorkruist de grenzen van ras, huidskleur, opleiding, maatschappelijke achtergrond en cultuur.

“Het lichaam van Christus”

De gemeente is in feite het lichaam van Christus. Als christenen zijn wij de Christus voor de wereld. Een lichaam kent vele delen plus de daarbij horende lichaamsfuncties, zoals de gemeente vele leden kent met ieder hun gave en uitwerking daarvan. Er kunnen binnen een gemeente twee houdingen voorkomen die niet goed zijn:

1. Mensen die zich minderwaardig voelen en denken dat ze niks te bieden hebben. Dit is niet juist, want ieder van ons is nodig, iedere gelovige heeft minstens één gave die absoluut nodig is voor een goed functioneren van het Lichaam.

2. Zij die zich boven anderen verheven voelen en zeggen: “ ik heb jou niet nodig”. Ook een dergelijke houding is verkeerd, want een Lichaam functioneert perfect als alle onderdelen aanwezig zijn.

Een juiste houding is het erkennen dat iedereen een plaats en een taak binnen het Lichaam heeft.
In de Bijbel staan o.a. deze mooie woorden: “Als één lid lijdt, lijden alle leden mee, als één lid eer ontvangt, delen alle leden in vreugde.

“ Een heilige tempel”

Het enige kerkgebouw dat beschreven wordt in het Nieuwe Testament, is een gebouw dat bestaat uit mensen, met Jezus als hoeksteen, de apostelen en profeten het fundament, waarop met “levende stenen” (lees jij en ik) een heilige tempel wordt gebouwd.
Paulus schrijft vaak in de Bijbel dat de kerk, de bijeengekomen gemeenschap van christenen, de tempel van de Heilige Geest is.

“Avondmaal”

Hebreeen 9:26 zegt “ Jezus is eenmaal, bij de voleinding der eeuwen, verschenen om door zijn offer de zonde weg te doen”.
Wij hoeven geen offers meer toe te voegen en daarom is het belangrijk om voortdurend gewezen te worden op Jezus’ offer voor ons. We doen dit tijdens het Avondmaal en we kijken dan naar 4 richtingen:
1. We kijken met dankzegging terug naar het kruis, waar Hij voor ons gestorven is, opdat onze zonden vergeven en onze schuld weggenomen konden worden (Matteüs 26: 26-28)
2. We kijken met verlangen vooruit, naar de tijd dat we in de hemel komen, waar we voor eeuwig zullen deelnemen aan “het bruiloftsmaal” van Jezus Christus (Openbaringen 19:9)
3. We kijken om ons heen naar het huisgezin van God, door één brood te breken en één beker te drinken als symbool van onze eenheid in Christus.
4. We kijken met verwachting naar boven, omdat het brood en de wijn het lichaam en bloed van Jezus vertegenwoordigt en wanneer we deelnemen aan het Avondmaal, kijken we met verwachting op naar Jezus.

Na het verhaal van J. ,waarin hij ook nog zijn persoonlijke getuigenis/verhaal vertelt, gaan we (nadat er wederom geen vraag uit de groep is gekomen) weer uiteen in kleine groepjes en praten we door over de rol van de kerk in je geloofsleven. We waren daar gisteren al een beetje mee begonnen. De vraag “ Hoe zie jij de kerk en wat roept het bij je op” , geeft verschillende ervaringen en meningen. Een andere vraag die we bespreken is , kun je in je geloofsleven ook zonder een kerk, zonder naar de kerk te gaan. Ik persoonlijk denk van niet , want je medechristenen kunnen je helpen in je groei, je adviseren, vreugde en verdriet met je delen en hetzelfde moet jij ook naar die medechristenen doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten